----------------
Stalins systeem was niet alleen immoreel en misdadig, het was ook uiterst ineffectief en kostbaar. De stalinistische kenmerken van het moderne Rusland worden steeds sterker, en dat doet vrezen voor de toekomst van het land.
Leonid Gozman schreef onderstaand opiniestuk voor Forbes.
De overheid wordt er vaak van beschuldigd dat ze het stalinisme doet herleven. Dat houdt verband met twee zaken: ten eerste met de voorzichtige, maar consequente rehabilitatie van Stalin zelf, ten tweede met de afkeer van het huidige regiem. Tegenstanders gebruiken het woord ‘stalinisme’ niet om het regiem te karakteriseren, maar om hun negatieve houding ten opzichte van het regiem uit te drukken.
Daar komt dan steeds een voor de hand liggend antwoord op: dat niets in het land lijkt op de onderdrukking onder Stalin en zoiets, naar het lijkt, ook niet in de planning zit. En dat het dus laster is. Zoals de Sovjet-propagandisten zeiden: “In machteloze woede …”
Maar hoewel wreedheid en bloedvergieten zeer belangrijke eigenschappen waren van de Stalinperiode, bestond het systeem uit meer. Er waren andere zaken die voor het regiem kenmerkend waren. Hun samenhangende verschijning in de huidige tijd maakt de these van het herleven van het stalinisme zeer overtuigend.
De mens als middel. In de ogen van de communistische leiders, net als in de ogen van de piramidenbouwers, waren mensen niet meer dan materiaal dat kon worden gebruikt. Dat kwam niet alleen naar voren in het schrikbarende aantal slachtoffers van de industrialisatie en de collectivisatie, maar in nog veel meer. Bijvoorbeeld uit de prioriteit van ‘Groep A’ (de productie van productiemiddelen) ten opzichte van ‘Groep B’ (productie van datgene wat mensen konden gebruiken). Zoals Vasili Aksjonov zei, de bolsjewieken hebben gedurende de tientallen jaren van hun bestuur niets gecreëerd voor “het kleine menselijke gemak”.
Het huidige niveau van levensgemak is niet de verdienste van de overheid, maar een gevolg van het feit dat, ondanks de voorwaardelijkheid van ons privé-bezit, de economie in grote lijnen functioneert als een markteconomie. De overheid zelf, die een militaristische begroting aanneemt, die het welzijn en zelfs het leven van mensen opoffert aan de eigen ambities en de belangen van de bestuurlijke elite (duidelijke voorbeelden zijn de contra-sancties, de ‘Dima Jakovljev-wet’, de sloop van kiosken), laat duidelijk zien dat – net als in de tijd van Stalin – mensen voor haar op de laatste plaats komen. De waandenkbeelden van de eigen grootsheid, de absolute soevereiniteit en, uiteraard, de eigen veiligheid, krijgen prioriteit.
Het controleren van gevoelens. Elke overheid controleert bepaalde aspecten van het gedrag van de burgers – van het gebod om te stoppen voor een rood licht tot aan sancties op samenwerking met een buitenlandse inlichtingendienst. Maar het communistische systeem probeerde niet alleen op tal van terreinen het gedrag te controleren, inclusief kledingstijl, haarlengte en het beroemde “Onze mensen gaan niet met een taxi naar de bakker”, maar ook de gevoelens, die ook overeen moesten stemmen met de canon.
Vandaag de dag schrijft een nieuwe, helemaal niet communistische overheid voor waarop, en op wat voor wijze, je trots moet zijn, en waarom, en op wat voor wijze, je moet rouwen. De repressieve wetten die het land als een golf overspoelen, hebben in veel gevallen betrekking op het bestraffen van gevoelens die vanuit de overheid bezien onaanvaardbaar zijn. Informele sociale controle komt de geschreven wetten te hulp. Een mening uiten die afwijkt van de ‘juiste’ is bij veel onderwerpen al uiterst lastig en psychisch niet ongevaarlijk. De angst is aan het terugkeren.
Vijanden rondom. De ideologie van de belegerde vesting is niet vandaag bedacht. Maar onder Stalin had ze een basis: de imperialisten haten ons, omdat wij staan voor de wereldrevolutie en de bevrijding van de onderdrukten. In de jaren na de Revolutie leken de leiders van het land echt te geloven dat de Westerse landen juist om die reden vroeg of laat de Sovjetunie zouden aanvallen.
De ‘belegerde vesting’ van vandaag is mentaal gevaarlijker dan die van toen. Volgens de overheidsconceptie haten ze ons gewoon, omdat we zijn zoals we zijn, vanwege de goedheid en het licht dat wij de ondankbare wereld brengen. Ze hebben ons altijd gehaat en wilden ons altijd vernietigen. Onze vijanden van vandaag zijn niet de heersende klassen, maar volken als zodanig – Engelsen, Georgiërs, Polen. De immanente haat tegen Rusland betekent dat oorlog of onvermijdelijk is, of slechts afgewend kan worden door voorraden droog kruit. Een vraag over, bijvoorbeeld, de kwaliteit van de gezondheidszorg wordt in deze context onpatriottisch.
Anti-intellectualisme. Stalin hield zijn negatieve houding tegenover intellect en opleiding niet verborgen. Hij noemde Boecharin “onze geletterde”, en noemde hem zo een vijand.
Voor de huidige overheid is het archaïsche een natuurlijke bondgenoot. In de vorm van een urenlange rij voor heilige relikwieën of in de vorm van een arbeiderscollectief van een fabriek met verouderde machines. De houding van de machthebbers tegenover intellectuelen is op z’n best waakzaam, en tegenover de plaatsen waar zij verblijven en worden voortgebracht – tegenover vooraanstaande onderwijsinstellingen en wetenschappelijke instituten – openlijk vijandig.
Autocratie contra de wet. Onder Stalin stonden de grondwet en de wetten volledig los van de werkelijkheid. De wil van de leider en zijn landvoogden was allesbepalend. Het was een tot het uiterste doorgevoerde autocratie, waarvan Poesjkin ooit droomde dat die vernietigd zou worden.
Vandaag hebben de wetten en de grondwet ook een decoratief karakter. Het gaat niet alleen om het gecorrumpeerd zijn van de rechtbanken en van het strafrechtelijk systeem. Bij de concrete toepassing van het recht, en ook bij burgers die richtlijnen zoeken, is de positie van de leiding, in het bijzonder van de belangrijkste persoon, oneindig veel belangrijker dan welke juridische procedures dan ook. Zoals in de film Leviathan bestaat het recht slechts zolang het niet botst met de wensen of de belangen van de leiding.
Rechtssubjecten doen vrijwillig afstand van hun volmachten. Je kan je niet voorstellen dat de Staatsdoema een wetsvoorstel dat van de president komt, afwijst (ook al kunnen afzonderlijke parlementsleden, die met alle anderen hebben meegestemd, in privé-gesprekken hun onvrede uiten). En de Federatieraad heeft niet alleen unaniem de president het recht gegeven om buiten de landsgrenzen de strijdkrachten in te zetten, zonder daar een beperking in tijd of territorium aan te verbinden, maar heeft dat zelfs gedaan zonder ook maar een debat! De autocratie heeft natuurlijk nog lang niet het niveau bereikt als onder Stalin, maar de tendentie maakt indruk.
Illusie in plaats van werkelijkheid. Het Stalinsysteem berustte op een leugen. Het verleden en het heden werden verminkt. De productiecijfers van industrie en landbouw, militaire verliezen, demografische cijfers – alles was geheim, en wie een reëel beeld probeerde te geven, werd onderdrukt. Het volk kreeg die cijfers gepresenteerd waarvan de leiding vond dat het de juiste waren om te presenteren.
Dankzij de moderne technologie en de fundamenteel andere structuur van de samenleving is het niet meer mogelijk om zo ongegeneerd te liegen. Toch vervangt de moderne Russische overheid, gebruikmakend van een monopolie op de televisie, met behoorlijk succes het verleden van het land door een mythe die haar zelf goed uitkomt, vertelt ze over de successen van de ‘Russische wereld’ en de morele autoriteit van het land, doet ze aan de mensen gedane beloftes vergeten, verklaart ze mislukkingen aan de hand van intriges van binnen- en buitenlandse vijanden, en successen aan de hand van het persoonlijk ingrijpen en de wijsheid van één persoon. De mate waarin de werkelijkheid wordt verminkt, komt al in de buurt van wat in de tijd van Stalin gebeurde.
Repressief apparaat. Het repressieve apparaat vormde de basis van het staatsbestel onder Stalin. De rol ervan werd daarna kleiner, het beperkte zich tot datgene waarmee het zich in feite dient bezig te houden.
De laatste jaren zien we de wedergeboorte van het repressieve apparaat. Er worden nieuwe structuren gevormd, de oude worden ruimhartig gefinancierd. Binnen het systeem van de macht wordt het steeds moeilijker om mensen te vinden die geen dienst hebben gedaan in de organen. Er wordt serieus gesproken over de presumptie van juistheid van alles wat medewerkers vanpolitie en justitie doen. In feite zijn zij allang bevrijd van de verantwoordelijkheid voor wreedheid en machtsmisbruik.
Wat valt er te verwachten? Stalins systeem was niet alleen immoreel en misdadig, maar ook uiterst ineffectief en kostbaar. Na een serie onsamenhangende en inconsequente pogingen tot zelfhervorming, stortte de staat die door Stalin was gemaakt ineen.
Door de sterker wordende Stalinistische kenmerken van het huidige systeem kunnen we niet optimistisch zijn over de toekomst. Het moderne Russische staatsbestel heeft geen mechanismen om zich te ontwikkelen, heeft zich gedistantieerd van het vooruitstrevende deel van de samenleving of staat daar zelfs vijandig tegenover, en is afhankelijk van de wil van één persoon. Het kan daardoor zomaar hetzelfde lot ten deel vallen als de staat, op de brokstukken waarvan het is gebouwd.