Is me dit ooit eerder overkomen? Dat ik een boek – fictie – af en toe moet wegleggen? Dat het verhaal me zo naar de keel grijpt dat ik na twintig bladzijden denk: dit was wel weer genoeg voor vandaag? Ik kan het me niet herinneren
Het overkwam me meerdere keren tijdens het lezen van Tekst van Dmitri Gloechovski, in Rusland een van de meest besproken boeken van dit jaar. Gloechovski had al naam gemaakt als schrijver van fantasy, een genre waar ik niks mee heb. Zijn nieuwste boek Tekst is eerder een thriller – nog zo’n genre waar ik doorgaans volmaakt onverschillig onder blijf. Des te opmerkelijker dat ik het boek niet in één adem uit heb kunnen lezen – een compliment dus in dit geval.
Student Ilja is op het verkeerde moment op de verkeerde plek: in een Moskouse club, wanneer daar net de narcoticabrigade binnenvalt. De bezoekers worden gecontroleerd op drugs en hij krijgt ruzie met een van de agenten. Hij wordt gefouilleerd, er wordt cocaïne bij hem gevonden, in zijn jas gestopt door de agent. Het zijn meerdere porties en Ilja wordt veroordeeld voor drugshandel: zeven jaar kamp.
Ilja zit de volle zeven jaar uit, Tekst begint op de dag dat hij terugkeert in Moskou. Hij gaat op zoek naar – en vindt – de agent (inmiddels majoor) die hem te grazen heeft genomen. De confrontatie neemt een onverwachte wending, wanneer Ilja de majoor, Petja Chazin, bij een worsteling onbedoeld dodelijk verwond. Hij werkt het lijk weg in een rioolput, maar niet nadat hij Chazins telefoon bij zich heeft gestoken.
Om tijd te winnen en te voorkomen dat Chazin al snel wordt vermist, beantwoordt Ilja de berichtjes die op de telefoon blijven binnenkomen. Gravend in het geheugen van de telefoon, scrollend door sms’jes, whatsapp-berichtjes, instagramfoto’s en e-mails, krijgt Ilja een beeld van Petja’s leven. De majoor, zelf aan de cocaïne, maakt deel uit van een volledig gecorrumpeerd politiekorps. Hij blijkt zelf handelaar te zijn en daarnaast door een hogere in rang ingezet te worden als zetbaasje bij grote drugdeals. Terwijl Ilja op Petja’s telefoon een constante stroom van berichtjes binnen krijgt, besluit hij verder te graven. Hij blijft zich voordoen als de majoor, die ondertussen dood in een put ligt. Hij speelt zijn rol met verve, maar wordt ondertussen wel een wereld binnengezogen die hem, bij een eerdere confrontatie, zeven jaar kamp heeft bezorgd. Deze tweede confrontatie is een stuk gevaarlijker.
Terwijl je als lezer al tien keer hebt gedacht: gooi die telefoon nou gewoon weg!, betreedt Ilja niet alleen Petja’s beroepsterrein, maar ook diens privé-leven. Hij krijgt berichtjes en e-mails van Petja’s vriendin, van zijn moeder en zijn vader – en beantwoordt ze, als Petja. Hij raakt erdoor verstrikt in een familiedrama, dat verweven is met Petja’s werk als (verslaafde) narcotica-agent. In een poging zijn eigen huid te redden, blijkt Petja zijn vader, een corrupte generaal bij de politie, erbij te hebben gelapt. En in een moeizame whatsapp-dialoog (“Ik kan niet praten nu, we zitten midden in een operatie.”) probeert hij Petja’s vriendin af te houden van een abortus. En ondertussen merkt hij, door een signaaltje op de telefoon, dat de collega’s van Petja diens mobieltje hebben uitgepeild en hem op de hielen zitten … Die collega’s, die vermoeden dat Petja een drugsdeal aan het versjteren is, weten dan nog niet dat ze eigenlijk achter Ilja aan zitten.
Tekst deed me in veel opzichten denken aan het boek Volja volnaja van Viktor Remizov en ook aan Andrej Zvjagintsevs film Leviafan. Ook daarin worden tot in details confrontaties geschilderd tussen ‘kleine lui’ en de nietsontziende machthebbers in Rusland. Maar bij Remizov en Zvjagintsev was mijn indentificatie met de hoofdpersoon niet zo groot en teneerdrukkend als bij Gloechovski.
De ontknoping – die ik niet ga verklappen – is niet het sterkste deel van Gloechovski’s boek, maar dat zij hem vergeven. Ik ben inmiddels bezig in een heel ander boek – als tegenwicht: Это футбол! Писатели на стадионе. (Dat is voetbal! Schrijvers in het stadion). De kans dat u over dat boek hier iets gaat lezen, is niet zo groot. Het is nogal, eh, saai. Maar misschien leg ik na Tekst de lat te hoog.
Niet iedereen is trouwens enthousiast over Tekst. Hieronder een gesproken recensie, waarin (vanaf 9.25) een stevig vraagteken gezet wordt bij de volledige uitzichtloosheid die Gloechovski van de bladzijden laat druppelen. “Een weerzinwekkend boek”, luidt de conclusie.
En hier nog eentje. Dit is een fan, da's duidelijk: