(Eerste publicatie: 15-1-2011)
In Sint-Petersburg ga ik altijd even langs bij De Muzikantjes. Ze staan rond een lamp aan de muur boven de deur van de bladmuziekwinkel op de Nevski prospekt, naast boekwinkel Dom Knigi.
De Muzikantjes moeten hard hun best doen, want ’s avonds gaat van hun energie de lamp branden. In de winter mogen ze helemaal niet ophouden, want dan moeten ze ook nog vechten tegen het ijs. Dat lukt de ene keer wat beter dan de andere.
Als je midden onder de lamp gaat staan en goed luistert, kun je, heel zachtjes (het zijn maar kleine muzikantjes), horen wat ze spelen: Na sopkach Mantsjoerii / In de heuvels van Mantsjoerije:
(Er is ook een tekst bij die muziek, over de Russisch-Japanse oorlog van 1904-1905. Een jaar of tien geleden heb ik er een heel andere tekst op geschreven. Over een clown die verliefd is op het meisje van de trapeze. Dat wordt allemaal niks, want dat kind is allang getrouwd met de dompteur. En die clown elke avond maar vrolijk doen voor het hooggeëerd publiek. Een ernstige vorm van heiligschennis, natuurlijk, zo’n nieuwe tekst, maar voor geld doe ik alles. En was er iemand geïnteresseerd in die prachtige versie van mij? Geen hond, meneer, geen hond.)