Sociologen, op naar Penza! En wel naar de wijk Zapadnaja Poljana. Daar verrezen eind jaren vijftig de eerste Chroesjtsjovki van de stad, de flatjes die na de sombere tijden van Stalinisme en oorlog uitgroeiden tot symbool van de nieuwe tijd: alles zou beter worden.
Penza, een stad met ruim een half miljoen inwoners, 600 km ten zuidoosten van Moskou, groeide eind jaren vijftig, begin jaren zestig snel. Onderzoeksinstituten en onderwijsinstellingen openden er hun deuren. Het personeel, gelokt met woonruimte, kreeg onderdak in Zapadnaja Poljana. De wetenschappers, ingenieurs en docenten vormden een dwarsdoorsnede van de jonge intelligentsia die de USSR op alle fronten tot het beste land van de wereld gingen maken.
Ik kwam Zapadnaja Poljana tegen in het boek СССР. Жизнь после смерти (SSSR. Zjizn posle smerti / USSR. Leven na de dood). Het boek vormt de weerslag van drie conferenties uit 2011 en 2012, met als thema: in welke vorm en mate spelen sociaal-culturele elementen uit de Sovjet-tijd een rol in het Rusland van nu? Niet alle bijdragen houden zich strikt aan dit thema. Zo is het hoofdstuk van Roman Abramov over Zapadnaja Poljana vooral een terugblik. Er wordt teruggekeken naar een tijd van optimisme, waarin de belangen van de staat, de maatschappij en het individu leken samen te vallen.
Het hoofdstuk is gebaseerd op gesprekken met eerste bewoners van de wijk en hun kinderen. De periode van welvaren besloeg zo’n twintig jaar, van 1960 tot 1980, met daarin een duidelijk omslagpunt: “… een verandering in de maatschappelijke atmosfeer, van de tijdgeest, voltrok zich in 1973-1974, toen de bedompte lucht van stagnatie samen met de verslechterende economische situatie de laatste resten van de romantische stemming onder de intelligentsia verdreef.”
Uit de gesprekken ontstaat het beeld van een aanvankelijk plezierige wijk, waar gelijkgestemde bewoners makkelijk dwarsverbanden aangaan. Men trekt er samen opuit, gesprekken in de keuken en op de bankjes buiten gaan over de laatste technische ontwikkelingen en filosofie. De kinderen van die eerste generatie trekken zich vanaf het begin van de jaren zeventig, terwijl de economie hapert en de Westerse rockmuziek onweerstaanbaar opkomt, terug uit de Sovjetwereld. Men onttrekt zich zo veel mogelijk aan het systeem, zonder openlijk te protesteren. “Die stille migratie naar het private voltrok zich volgens dezelfde logica als de teleurstelling van de Sovjet-intelligentsia, die eind jaren zeventig al niet meer blij was met een nieuwe woning in een flatje van vijf verdiepingen.”
De doodsteek voor Zapadnaja Poljana als welvarende wijk voor een solide middenklasse volgde begin jaren negentig, met de sluiting van talloze onderzoeksinstituten. Daarmee werd het tapijt weggetrokken onder de voeten van veel hoogopgeleide Sovjet-burgers. Zapadnaja Poljana werd een symbool van de niet uitgekomen droom van de jaren zestig.
Een uitgebreidere versie van Abramovs hoofdstuk over Zapadnaja Poljanan is hier te vinden. In het lokale weekblad Oelitsa Moskovskaja worden nog regelmatig gesprekken gepubliceerd met (oud-)inwoners van de wijk in Penza, al kwam ik er maar een paar tegen (hier bijvoorbeeld). En een (Russische) recensie van het boek SSSR. Zhizn posle smerti vindt u hier.
En tenslotte hier nog een prachtige documentaire over de Chroesjtsjovki, de massaal gebouwde nieuwbouwflatjes uit de jaren vijftig en zestig: