-----------------
Gaat het me lukken? Zal ik op tijd zijn? Zal ik op die prachtige vip-tribune plaats kunnen nemen, al is het maar voor even? Of stuit ik op een hoog en onverbiddelijk gesloten hek?
Komend voorjaar hoop ik Samara, stad aan de Wolga, te bezoeken. Boven aan mijn lijstje met niet te missen bijzonderheden daar staat het Dinamo stadion (gevolgd door de bunker van Stalin en het Huis met de olifanten). Het werd gebouwd kort na de oorlog, toen Samara nog Koejbysjev heette, op een plek waar ooit een kerkhof was, ongeveer in de voortuin van de belangrijkste kerk van de stad. Veel eerbied voor godshuizen had men in die jaren niet.
Lang zal ik naar het sportcomplex niet hoeven zoeken, het ligt pal in het centrum, vlak bij het station – kan niet missen. Nee, het gevaar schuilt in iets heel anders: een voor komend jaar aangekondigde renovatie. Is die al gaande tijdens mijn verblijf, is het stadion veranderd in een bouwput, dan kan ik mijn plannetje – tevens mijn belofte aan de lezer, gedaan in een eerder stukje – wel vergeten: plaatsnemen op die vip-tribune. Hier ziet u hem, in de jaren vijftig.
Die renovatie komt niets te vroeg. En zelfs indien mij er de weg door wordt versperd, moet ik eigenlijk alleen maar blij zijn. Blij dat zo’n relict uit het sportverleden van de USSR op waarde is geschat en behouden blijft voor de toekomst. Want hoe droevig is niet deze aanblik:
Je kan het je nauwelijks voorstellen, maar ooit boden de houten banken (alleen mijn vip-tribune was van steen) plaats aan 22.000 toeschouwers. In 1944 werd tot de bouw besloten. Die ving aan in 1945, er werden Duitse krijgsgevangenen bij ingezet en drie jaar later, op 3 september 1948, gingen de poorten open voor de eerste voetbalwedstrijd. De lokale trots Krylja Sovetov ontving Dinamo Kiev en won, dankzij een treffer van Nikolaj Zajtsev in de 72ste minuut, met 1-0. In Koejbysjev had de sportclub Dinamo, in tegenstelling tot haar bloedbroeders in bijvoorbeeld Moskou, Tbilisi en Kiev, geen sterke voetbalafdeling, en Krylja Sovetov werd de hoofdbespeler van het nieuwe stadion. Dat duurde tot 1970, toen de club verhuisde naar stadion Metalloerg.
En al die tijd stond daar braaf aan het korte eind van het veld, achter een van de doelen, die kerk, de Pokrovski kathedraal. De geschiedenis daarvan gaat terug naar het begin van de negentiende eeuw, toen zich hier het stadskerkhof bevond – met een houten kerkje. Het kerkhof werd in 1857 gesloten en rond diezelfde tijd werd met geld van de kooplui Anton en Jemeljanov Sjichobalov de houten kerk vervangen door een nieuwe van steen. Bij wijze van dank kregen de Sjichobalovs een familiegraf op het terrein van de kerk. Uiteraard kunnen zij komend voorjaar op een bezoek van mij rekenen.
De Pokrovski kathedraal overleefde de Sovjet-periode. Enkele jaren was het de enige kerk in Koejbysjev waar nog diensten werden gehouden. Toch ging het nog bijna helemaal mis. Op 7 november 1977, toen stad en land het 60-jarig jubileum van de Oktoberrevolutie vierden, werd er brand gesticht. De muurschilderingen uit de vorige eeuw en bijna alle iconen gingen verloren.
Maar het is niet die kerk die mij trekt, het is de voetbalhistorie vermengd met de Sovjet-geschiedenis. De sportarchitectuur van de jaren veertig, vijftig. De statige hoofdingang, het Dinamo-symbool boven de poort, de kleine grandeur van die stenen vip-tribune. Wie zaten daar, zogenaamd te midden van het volk? Wanneer ging ook het bovenste balkon open en wie zaten daar dan? En wat speelde zich af in de rust en na afloop? Er zal toch vast een buffet klaar hebben gestaan voor de onaantastbaren van de stad – al waren die 'onaantastbaren' tot maart 1953 hun leven net zo min zeker als die 22.000 toeschouwers op de houten tribunes. Ik wil door de Dinamo-poort naar binnen, tussen de houten bankjes doorlopen, naar die blauw-witte tribune. En wie weet, dat balkon …
En nou maar hopen dat de renovatie van het Dinamo stadion pas begint na mijn bezoek aan de stad.
Of zou ik in de winter gaan? Kijk nou, wat een beelden. Er gaat er eentje onderuit. Gebeurt dat aan de andere kant, dan vlieg je zo de kerk binnen.