(Eerste publicatie: 20-12-2012)
Julia klotchkova attendeerde me op dit prachtige lied van Joeri Vizbor. Waarvoor dank. Mijn vertaling staat onder de Russische tekst. Ik heb die in het Nederlands slechts begrijpbaar willen maken – niet ook zingbaar, dat zou nogal wat ingrepen hebben vereist.
De plaatjes in het filmpje hierboven zijn misleidend. Ik plaats het tafereel uit het lied zo ongeveer in de tweede helft van de jaren zeventig.
Van Julia verscheen overigens recent een Italiaans kookboek, dat te bestellen is bij ozon.ru.
Юрий Визбор - Рассказ женщины
Он за мною видно шел, взял за локоть:
"Слушай Люся, будет очень хорошо,
Я живу в отдельном "люксе".
У него усы густы и глаза, как две букашки,
И виднеются кусты из-за ворота рубашки.
"Я не Люся", говорю, "а зовут меня Тамара
И такого не терплю, и такие мне не пара".
Припев: Десять лет варила суп, десять лет белье стирала,
Десять лет в очередях колбасу я доставала,
Десять лет учила я сверхсекретное чего-то,
Десять лет сидела я у окошка на работе,
Сердце стачивая в кровь десять лет дите растила,
Что ж осталось на любовь? Полтора годка, от силы.
Не смутился он ничуть, только глазом гладит платье:
"Я за вечер заплачу, сколько за год тебе платят",
Я играла в мяч ручной за спортивные награды
И была я центровой, и бросочек был что надо.
Я авосечку-суму из руки переложила,
Кавалеру своему меж букашек "засветила".
Мне до Щелковской - метро, а от Щелковской - автобус,
А в авоське шесть кило овощных консервов "Глобус".
Открываю тихо дверь - дочка долбит фортепьяно,
Ну, а мой "любимый зверь", он лежит, конечно, пьяный.
Снять ботиночки с него не тревожа постаралась,
От получки от его трешка мятая осталась.
На плите чаек стоит, дочка сладко засыпает,
За окном моим ГАИ громко частников ругает.
Гляну в телек: дым и чад, поколенье молодое
Все с гитарами кричат, как перед большой бедою.
Убрала я со стола, своего пригрела Пашку:
Всет-ки мало я дала тому гаду меж букашек.
Joeri Vizbor – Verhaal van een vrouw
Kennelijk was hij achter me aan gelopen,
Hij pakte me bij de elleboog
“Luister, Ljoesja, het wordt heel leuk
Ik zit in een kamer-luxe alleen voor mezelf”
Hij heeft een stevige snor en ogen als twee kevertjes
En vanachter de kraag van zijn overhemd zie je de stuiken
“Ik ben Ljoesja niet”, zeg ik, “ik heet Tamara,
En hier moet ik niks van hebben, zulke types passen niet bij mij”.
Tien jaar heb ik soep staan koken, toen jaar beddengoed gestreken
Tien jaar voor worst in lange rijen moeten staan
Tien jaar heb ik voor iets supergeheims doorgeleerd
Tien jaar heb ik op m’n werk bij het loket gezeten
Met een tot bloedens slijtend hart heb ik tien jaar kindlief grootgebracht
Wat rest er nog voor de liefde? Een jaartje of anderhalf, hooguit.
Hij raakte geenszins van z’n stuk, strijkt alleen mijn jurk met z’n ogen
“Ik betaal voor de avond, meer dan ze je betalen in een jaar”.
Ik deed aan handbal, speelde om de prijzen
En ik was spits en had een worp van heb ik jou daar
Ik legde mijn boodschappennetje van de ene in de andere hand
En gaf mijn aanbidder een mep tussen z’n kevertjes
Tot Sjtsjelkovskaja met de metro, vanaf Sjtsjelkovskaja met de bus
In mijn netje heb ik zes kilo Globoes-groentepotten.
Ik doe zachtjes de deur open – dochter zit te bonken op de piano.
Nou, en mijn “geliefde beest”, die ligt er natuurlijk dronken bij
Ik probeerde zijn stappers uit de toen zonder hem wakker te maken
Van z’n loon is nog een verfomfaaid biljetje van drie over
Op het fornuis staat de theeketel, dochtertje valt zoet in slaap
Buiten voor mijn raam vloekt de politie snorders uit
Ik kijk naar de buis: rook en walm, de jonge generatie
Ze schreeuwen allemaal met gitaren, als voor een grote ramp.
Ik ruimde de tafel af, drukte mijn Pasjka tegen me aan
Ik had die schoft nog harder tussen z’n kevertjes moeten raken.