(Eerste publicatie: 31-3-2009)
Sommige gewoontes laten zich prima vanuit Rusland naar Nederland importeren. Zo doe ik al jaren de ramen met krantenproppen (streeploos!) en heb ik uit Rusland een feilloze manier naar hier gehaald om van de hik af te komen (te ingewikkeld om hier uit te leggen).
Wat in ons zo netjes georganiseerde landje helaas wel nooit zal worden overgenomen: je museum laten bewaken door poezen. In Rusland is dat niet ongebruikelijk. De Hermitage heeft ze al meer dan twee eeuwen in huis en doet ze voorlopig niet weg ook. De beesten worden gekoesterd, omdat ze goud waard zijn in de strijd tegen de muizen en de ratten. En, vermoed ik, omdat de medewerkers het gewoon leuk vinden om voor poezen te zorgen.
De Hermitage maakt van de aanwezigheid van de poezen geen geheim. Integendeel, afgelopen weekeinde was het weer zo ver: poezenfeestdag in het museum! Met een heus poezendefilé, waar de poezen zelf overigens helemaal geen zin in hadden, want het was nogal fris. Je kon er houten poezen beschilderen, er was een toespraak van de directeur en binnen konden kinderen een speurtocht maken langs de schilderijen, met vragen over poezen die ze her en der tegenkwamen (op schilderijen, bedoel ik, de echte poezen mogen niet in de zalen komen).
Nu gaan in juni de deuren van de Hermitage-dependance in Amsterdam weer open … En zou het geen geweldig idee zijn om daar ook poezen los te laten? Ik vermoed dat de poezen van de echte Hermitage zich vrolijk voortplanten, dus een nestje dependance-poezen kan geen probleem zijn. Maximá, die het eerste mormeltje in ontvangst neemt en uitzet in de tuin …
Nou, zal wel weer niet mogen.