Ik ben er maar één foto van tegengekomen, maar die is opmerkelijk genoeg: enkele honderden mensen, sommigen geknield, bij het gebouw van het Centraal Comité van de Communistische Partij in Moskou. Hij is genomen op 16 of 17 mei 1966. Het zijn baptisten die om een onderhoud vragen met partijleider Leonid Brezjnev.
De actie van de gelovigen was een uitvloeisel van het offensief tegen de kerken onder Brezjnevs voorganger Nikita Chroesjtsjov. Diens naam staat tegenwoordig vooral voor destalinisatie en dooi, maar tegenover de kerken was zijn houding keihard. Onder hem werden duizenden kerken en kloosters gesloten, werden missiewerk en diensten in de buitenlucht verboden en werd religieus onderwijs aan banden gelegd. De Russische baptisten behoorden tot de voornaamste slachtoffers.
In 1959 boog de Landelijke Baptistenraad voor het Kremlin. Lokale gemeenschappen kregen het advies om zich zo veel mogelijk aan de nieuwe regels te houden en bijvoorbeeld geen kinderen meer toe te laten tot kerkdiensten. Dat was zeer tegen de zin van een grote groep rechtlijnigen, die zich de facto afscheidden van de overkoepelende raad. Zij vormden de Initiatiefgroep die (tevergeefs) een congres bijeen trachtte te roepen, waar de handelwijze van de inschikkelijken veroordeeld zou worden.
In 1963 trok de Landelijke Baptistenraad zijn advies uit 1959 in, maar de verdeeldheid bleef. De Initiatiefgroep vormde een eigen Raad van Baptistenkerken, het schisma ging dwars door lokale geloofsgemeenschappen heen. Het waren de volgelingen van de nieuwe raad die aan het religieuze front in de USSR de hardste klappen kregen.
Het waren ook schismatici uit alle windstreken van de Sovjetunie die zich op 16 mei 1966 verzamelden bij het gebouw van de Opperste Sovjet. Zij wilden zich bij Brezjnev beklagen over recent ingevoerde strengere wetgeving met zwaardere straffen, die vermoedelijk specifiek gericht was tegen de ‘harde kern’ der baptisten. Geen andere kerkelijke gemeenschap werd ook in de jaren 1965-66 in de Sovjet-pers zo hard aangepakt als juist de afgescheiden baptisten. Dat hun lot langzamerhand ook in het Westen aandacht kreeg, zal daarbij een rol hebben gespeeld.
Brezjnev kregen de gelovigen niet te spreken. Die was, zo kregen ze te horen, net vertrokken naar Vladivostok om aan de stad de Leninorde uit te reiken. In een verslag van de gebeurtenisen op 16 en 17 mei wordt gemeld dat de baptisten op straat te woord werden gestaan door KGB-voorzitter Semitsjastny. Er mocht een delegatie naar binnen voor een onderhoud met politburolid Pelsje, maar de baptisten zeiden te zullen wachten op kameraad Brezjnev, waarop de KGB-voorzitter antwoordde: “Ik hoef maar één kogellagerfabriek te bellen en de arbeiders slaan jullie tot moes.”
Of dat citaat klopt, weet ik niet, ik heb er maar één bron voor. In elk geval waren arbeiders helemaal niet nodig, er waren ruim voldoende KGB-agenten voorradig om de baptisten op de tweede dag van hun protest – met harde hand - af te voeren. De straffen die volgden varieerden van boetes en enkele dagen arrest tot drie jaar kamp voor de organisatoren.
Hoeveel baptisten telde de Sovjetunie rond 1960? De cijfers lopen ver uiteen, van zo’n half miljoen tot drie miljoen. Het laatste cijfer komt van de kerkleiders en omvat vermoedelijk ook baptisten die niet officieel als zodanig geregistreerd stonden. En hoeveel leden telde de ‘fanatieke’ groep die zich afscheidde? Tienduizenden, volgens de leiders van de groep zelf. De Landelijke Baptistenraad (de rekkelijken) hield het voor 1964 op ruim 8.900. De baptisten worden in het huidige Rusland niet vervolgd, maar het schisma bestaat nog steeds.
In 1986 was ik als reisleider met een groep Amerikaanse klokkenluiders in Leningrad. De groep had een religieuze achtergrond, maar of het baptisten waren weet ik niet meer. Via onze lokale stadgids kon een optreden worden geregeld in de baptistenkerk in de wijk Ozerki. De Amerikanen, piekfijn gekleed en met witte handschoenen aan, kwamen klokken luidend door het gangpad naar voren. Het klonk prachtig, het was ontroerend. Een paar jaar eerder was zoiets nog onmogelijk geweest. Ik zat op het balkon en hoorde na elk nummer oude vrouwen met hoofddoekjes zachtjes mompelen: spasibo, spasibo, dank u, dank u.