Jonge slavisten, dissidenten, de oppositieleden en het rad van de geschiedenis

——————

Vladimir Boekovski in Londen, 1976, en Vladimir Kara-Moerza vorige week in Bonn

——————

Als jonge, aankomende slavist in Utrecht volgde ik in de jaren zeventig gefascineerd de nieuwsberichten rond dissidenten in de Sovjetunie. Andrej Sacharov, Irina Ratoesjinskaja, Aleksandr Solzjenitsyn, Vladimir Boekovski, Andrej Amalrik – het waren dappere grootheden. Kwam er iemand vrij, werd een van hen het land uitgebonjourd, dan was dat groot nieuws. Amalrik kwam bij ons in Utrecht college geven, Boekovski zag ik tijdens een lezing in Amsterdam. Wat waren ze timide, voor een zaal vol welwillende toehoorders! Het was bijna onvoorstelbaar dat die twee schuchtere mannen zich compromisloos hadden verzet tegen het machtige, niet zelden dodelijke Russische machtsapparaat.

We zijn bijna vijftig jaar verder. Ik probeer me te verplaatsen in de jonge, aankomende slavisten van nu. Kijken zij met hetzelfde ontzag naar de huidige dissidenten? Naar Ilja Jasjin, naar Vladimir Kara-Moerza en de anderen die afgelopen week in het Westen belandden? Ik neem aan van wel, al zullen zij niet van ‘dissidenten’ spreken, maar het eerder hebben over ‘leden van de oppositie’.

Die andere terminologie is een teken dat er iets veranderde, na de jaren zeventig, beter gezegd: na de implosie van de USSR. Het had er enige schijn van dat er een politiek systeem kon komen waarin de macht van de staat zou zijn ingetoomd, waarin de rechten van het individu beter beschermd zouden zijn, waarin er een normale rol zou zijn weggelegd voor een oppositie. Dat bleek een illusie, die eindigde met de moord (iets anders kan je dat niet noemen) op Aleksej Navalny.

Het rad van de geschiedenis draait verder. Ik probeer me te verplaatsen in de jonge, aankomende slavisten van over vijftig jaar. Wat is het plaatje dan? Je kan er moeilijk gerust op zijn. Die jonge slavisten zullen opnieuw, of nog steeds, gefascineerd de berichten volgen over Russische gevangenen die vrijkomen. En hoe zullen die dan worden aangeduid? Is de terminologie dan opnieuw aangepast aan ontwikkelingen van de jaren ervoor?  Het staat nog te bezien of het rad in die jaren vooruit of terug is gedraaid. Als je de enorme schade in ogenschouw neemt die Rusland door Poetin en zijn trawanten wordt toegebracht, hoe ver het land wordt teruggeworpen, dan zou het zo maar kunnen dat er voor de vrijgelaten en uitgeruilde gevangen van over vijftig jaar een woord uit de vorige eeuw uit de kast wordt gehaald: revolutionairen.          

—————-

Vijfde Sacharov conferentie, Amsterdam 1987. Vlnr premier Ruud Lubbers, Boekovski, Professor Jan Bezemer (bij wie ik ooit examen deed) en professor Robert Conquest