Leviathan van Zvjagintsev: mooi, maar voorspelbaar

---------------

En tenslotte heb ik dan toch maar de gang gemaakt naar het Hilversumse Filmtheater om Leviathan van Andrej Zvjagintsev te gaan zien. Na alle ophef in mijn – deels digitale - omgeving (“Intens deprimerende ervaring. Fantastische film”,  “Hij zindert nog altijd na”. “Gaan. Absoluut”. “Het is prachtig en je wilt daarna zelfmoord plegen”.) kon ik nauwelijks anders.

Vanwaar mijn aarzeling om te gaan? Uit de recensies had ik al begrepen dat Zvjagintsev in zijn film een felle schijnwerper richt op de duistere, gecorrumpeerde kanten van Rusland. Wilde ik dat allemaal nog eens ingewreven krijgen? Nee. Ik krijg er bijna dagelijks genoeg van binnen en heb er – mooie uitdrukking – mijn bekomst van. En Rusland biedt ook zo veel anders, zo veel moois, leukers en vrolijkers.

En? Zindert de film nog na? Nee. Wil ik zelfmoord plegen? Zelfs niet overwogen. Moet u de film gaan zien? Als u van mooi gemaakte films houdt, zeker. Als u niet zo veel van Rusland weet, absoluut. (En dan niet na afloop zeggen: was dat nou allemaal niet wat overdreven?) Het verhaal is inderdaad deprimerend, de setting – laat dat maar aan Zvjagintsev over – indrukwekkend. Geweldig is de picknick, die indirect leidt tot de ondergang van de hoofdfiguur. Indringend is de manier waarop diens vriendin door zijn zoon wordt verstoten. En Roman Madjanov, die de foute burgemeester speelt, verdient per direct een hele grote Oscar.

Roman Madjanov

En toch zindert de film niet na. Ja, het onheil is bijna voelbaar, de verdorvenheid van de lokale machthebbers kan bijna niet scherper worden neergezet. Maar Leviathan is mij, wat de grote lijnen betreft, te voorspelbaar en te expliciet. Liet Zvjagintsevs film De Terugkeer veel te raden over, Leviathan is bijna zo plat als een dubbeltje. De scene in de kerk, met de schijnheilige burgemeester devoot luisterend … ben ik de enige die hier even aan Nikita Michalkov moest denken? De vergelijking gaat verder natuurlijk volledig mank, maar de beeldtaal in de kerk heeft bijna dezelfde ‘vettigheid’ die de latere films van Michalkov moeilijk verteerbaar maakt.

De enige vraag waar ik na afloop mee bleef zitten, is: hoe kan het zijn dat het Russische ministerie van Cultuur Zvjagintsev deze film heeft helpen maken?